3.3.2 Beleid onderhoud kapitaalgoederen
Inleiding
Kapitaalgoederen zijn de 'duurzame productiemiddelen' van de gemeente. Het zijn de zaken die de gemeente nodig heeft om de diensten en goederen, die zij aan haar inwoners levert, mee te realiseren. Daarbij gaat het om de grotere goederen die meerdere jaren meegaan en veelal een hoge financiële waarde vertegenwoordigen, zoals wegen, bomen, bruggen, kades, gebouwen. Kenmerkend is dat het gaat om objecten waarvan het nut zich over meerdere jaren uitstrekt en waarin de gemeente voor meerdere jaren geld ('kapitaal') heeft vastgelegd. Deze kapitaalgoederen staan bij de gemeente als investering op de balans en hierop wordt gedurende de gebruiksduur ieder jaar afgeschreven.
De Nota kapitaalgoederen openbare ruimte 2021-2024 geeft inzicht in de financiële middelen die nodig zijn om de kapitaalgoederen op het door de raad vastgestelde of wettelijk verplichte kwaliteitsniveau te houden. De nota geeft inzicht in de verwachte uitgaven tot aan 2024 en bevat een doorkijk naar de jaren daarna.
Doelstelling
De paragraaf Kapitaalgoederen is een instrument om de raad te informeren over de stand van zaken van onze kapitaalgoederen, het onderhoud daarvan, welke investeringsbeslissingen daarbij horen en hoe de informatievoorziening aan de raad vormgegeven wordt.
Juridische kaders
Wettelijk zijn twee uitgangspunten van belang voor beheer en onderhoud van de kapitaalgoederen:
- De gemeente is verantwoordelijk voor een veilig leef-, werk- en woonmilieu voor iedereen. Het kwaliteitsniveau van de kapitaalgoederen dient zo te zijn dat er geen onveilige situaties kunnen ontstaan.
- Het financiële aspect. Het onderhoud van de kapitaalgoederen hoort geregeld te zijn in de begroting. De provincie Overijssel is hierbij financieel toezichthouder. Het Besluit Begroting en Verantwoording gemeenten en provincies (BBV) is hierbij leidend.
In deze paragraaf is op hoofdlijnen de actuele ontwikkeling met betrekking tot de kapitaalgoederen beschreven evenals welke projecten afgelopen jaar gerealiseerd zijn.
Rekenkameronderzoek Integraal Beheer Openbare Ruimte
In 2022 is een rekenkameronderzoek uitgevoerd naar het integraal beheer van de openbare ruimte.
De Rekenkamercommissie trok uit het onderzoek de volgende hoofdconclusie: ‘Ten aanzien van de
centrale onderzoeksvraag wordt in grote lijnen invulling gegeven aan inhoudelijke doelstellingen
inzake kwaliteit en financiën zoals omschreven in IBOR en NKG, maar er bestaan verschillende
beelden over de mate waarin wordt voldaan aan het vastgestelde kwaliteitsniveau en de daaraan
verbonden kosten.’
Een van de adviezen betreft het realiseren van een meer passende informatievoorziening waarbij ook expliciet aandacht is voor wederzijdse verwachtingen van college en raad. Op basis van dat gesprek kunnen wij de informatievoorziening verder uitwerken. De input die hierbij wordt verkregen zal worden benut voor doorontwikkeling van de (opzet van) de paragraaf kapitaalgoederen.