2.1.5.1 Wat hebben we bereikt?
In het programma Zorg zijn de volgende vier strategische doelen geformuleerd:
- In 2022 redden meer Almeloërs zich zonder hulp van de overheid, zo nodig met steun van naasten.
- In 2022 ontwikkelen 0- tot 23-jarige Almeloërs hun talenten beter op (voor)scholen.
- In 2022 komt de gemeente Almelo beter uit met de Rijksmiddelen voor WMO en Jeugd.
- In 2022 krijgen Almeloërs die hierop zijn aangewezen meer doeltreffende zorg en steun die aansluit bij hun behoeften.
Hieronder beschrijven we de bereikte resultaten in 2022 per doel:
Doel 1: In 2022 redden meer Almeloërs zich zonder hulp van de overheid, zo nodig met steun van naasten.
- Gebruiken inwoners minder maatwerkvoorzieningen in het kader van de Jeugdwet en de Wmo
Het aantal actieve indicaties en jeugdigen met een maatwerkvoorziening op grond van de Jeugdwet is stabiel gebleven ten opzichte van vorig jaar. De dalende trend die we zien in voorzieningen waarop tijdens en kort na de coronacrisis een groter beroep werd gedaan (lichtere vormen van jeugdhulp zoals begeleiding en lichtere vormen van behandeling), wordt tenietgedaan door een stijging van het gebruik van zware voorzieningen (behandeling onder het dak van een instelling) als gevolg van de invloed van het woonplaatsbeginsel. Ten opzichte van de start van het programma, waar we op 1707 inwoners in de leeftijd van 0 t/m 17 zaten is er wel een daling naar 1620 inwoners in 2022.
Met uitzondering van de centrumgemeente taak Beschermd Wonen is het aantal actieve indicaties voor Wmo maatwerkvoorzieningen in 2022 afgenomen. De grootste daling van het aantal actieve indicaties vond plaats in het eerste halfjaar van 2022 ten aanzien van de voorziening Huishoudelijke Ondersteuning door het realiseren van de was- en strijkservice. In het tweede halfjaar is het aantal actieve indicaties niet verder afgenomen. Ten opzichte van de start in het programma, waar het ging om 3.400 18-plussers, is er een daling bereikt naar 3264 18-plussers.
Ondanks de afname van het aantal actieve indicaties zien we bij Huishoudelijke Ondersteuning wel een toename van de uitgaven. Dit heeft enerzijds te maken met een toename van het gebruik van duurdere vormen van Huishoudelijke Ondersteuning (bijvoorbeeld meer inzetten van hulp voor extra hygiëne) en anderzijds door forse verhogingen van het tarief als gevolg van doorwerken salarisstijgingen (op basis van de cao). De afname van het aantal actieve indicaties voor andere maatwerkvoorzieningen (onder andere Ondersteuning Zelfstandig Leven en Ondersteuning Maatschappelijke Deelname) is minder groot maar hebben voor deze voorzieningen wel geleid tot een afname van de uitgaven.
Het aantal actieve indicaties voor Beschermd Wonen is in 2022 toegenomen. We zien hierbij, in lijn met de landelijke tendens, met name een toename van het aantal jongeren dat na jeugdhulp aangewezen raakt op deze voorziening. De toegenomen complexiteit van problematiek van jeugdigen en jongvolwassenen lijkt hier debet aan te zijn.
- Is het aantal beschermd wonen plekken niet gestegen
Het is afhankelijk van de keuze die de BW-aanbieder zelf maakt hoeveel plekken zij beschikbaar stelt voor het beschermd wonen ten opzichte van andere vormen van zorg, bijvoorbeeld WLZ-zorg. Het aantal aanbieders voor beschermd wonen is in 2022 gedaald ten opzichte van 2021. In 2022 is er aan 16 zorgaanbieders een subsidie verleend voor de realisatie van de uitvoeringsovereenkomst Beschermd Wonen ten opzichte van 20 aanbieders in 2021. Daarnaast leverden 3 zorgaanbieders in 2022 BW-zorg via cliëntgebonden overeenkomsten. Cliënten krijgen in dat geval met hun meer specifieke zorgvraag een passend aanbod dat niet (meer) direct door ons gesubsidieerd is. Het aantal BW-cliënten is niet wezenlijk veranderd. In december 2022 zijn er 225 cliënten in de subregio die BW-zorg ontvangen ten opzichte van 222 cliënten in december 2021.
Wij voeren jaarlijks voortgangsgesprekken met de zorgaanbieders over de keuzes die zij maken ten aanzien van hun beschikbare ruimte, om voldoende zicht te houden op plaatsingsmogelijkheden voor het beschermd wonen. Meer zorgaanbieders kiezen voor het enkel bieden van WLZ-zorg, waardoor er geen nieuwe BW-subsidie meer wordt aangevraagd. Zij willen zich vanuit hun organisatiedoelstellingen volledig kunnen richten op de langdurige zorg. Voorts is ook een verdringeffect zichtbaar; de aanbieder biedt meer WLZ-zorg ten opzichte van BW-zorg. Hierdoor nemen plaatsingsmogelijkheden voor beschermd wonen vanuit de Wmo af. Daarentegen geven gesubsidieerde zorgaanbieders ook wensen aan ten aanzien van het willen uitbreiden van het beschermd wonen. Het vinden van een passende locatie vormt hierbij een aandachtspunt.
Wij zien een lichte stijging van het product Beschermd Wonen op Afstand, waarmee het Beschermd Wonen vanuit de thuissituatie kan worden vormgegeven, in lijn met de ingezette decentralisatie en beweging richting een Beschermd Thuis. Deze vindt ook haar vertaalslag met een zachte landing in de wijk, waarbij een intramurale BW-cliënt tijdig kan uitstromen in de wijk en door intensievere afstemming met de subregio ten aanzien van hun lokale zorgaanbod in verhouding tot hun wachtlijst.
De omvang van de wachtlijst voor het beschermd wonen blijft vrijwel gelijk aan voorliggende jaren en omvat zo’n 40 cliënten. Wij zien ten opzichte van 2021 een stijging en daarmee intussen een oververtegenwoordiging van jongeren beneden de 23 jaar op de wachtlijst. Deze waarneming komt overeen met de zorgen die op landelijk niveau worden geuit over het uitblijven van tijdige zorg aan jongeren. Uit een analyse door het CIMOT Almelo (augustus 2022) blijkt dat deze jongeren veelal kampen met ontwikkelingsproblematiek zoals ADHD en/of een autisme spectrum stoornis. Het lokale woon-zorgaanbod voor hen is beperkt.
- Wordt minder gebruik gemaakt van maatschappelijke opvang
De vraag naar opvang voor dak- en thuislozen laat een stabilisatie zien ten opzichte van 2021 en zit nu voor het tweede achtereenvolgende jaar 20% lager dan in 2018: 176 aantal unieke personen in 2022 versus 218 in 2018. Dit is conform het streefgetal uit 2018.
De voorzieningen lijken voldoende om de aantallen dak- en thuislozen te kunnen opvangen. Als het gaat om de problematiek zien we vaak verslaving, schulden en psychische problematiek. Dit vraagt om een integrale samenwerking van de betrokken uitvoerende organisaties. Samen zorgen zij voor beperken van de instroom, een korter verblijf in de opvang en een succesvolle uitstroom. In 2021 is het project Integrale ketenaanpak maatschappelijke opvang afgerond en hebben de organisaties afgesproken de samenwerking regulier voort te zetten. Ook is de pilot Transferpunt Wonen in 2022 met een jaar verlengd. De pilot laat positieve uitstroom zien van mensen uit de maatschappelijke opvang naar huurwoningen in Almelo en de regiogemeenten.
Maatschappelijke opvang is een centrumgemeente taak voor inwoners van de gemeenten Almelo, Rijssen-Holten, Hellendoorn, Wierden, Twenterand en Tubbergen. Van de personen die zich melden voor maatschappelijke opvang is iets meer dan de helft inwoner van Almelo.
- Zijn minder inwoners eenzaam
Het cijfer dat we hiervoor gebruikten is na 2021 niet meer beschikbaar. Uit andere bronnen weten we echter dat eenzaamheid, mede door corona, helaas eerder toegenomen dan afgenomen is. Uit de GGD gezondheidsmonitor voor volwassenen en ouderen, die eens per 4 jaar wordt afgenomen, zien we dat het percentage inwoner dat zich (zeer) ernstig eenzaam voelt toegenomen is van 10% in 2026 naar 13% in 2020. En het aantal inwoners dat zich matig eenzaam voelt is toegenomen van 34% in 2016 naar 39% in 2020.
- Ontwikkelen we nieuwe initiatieven gericht op vroegsignalering en vroegtijdige interventies.
Vroegsignalering en het vroegtijdig interveniëren heeft ondertussen een structurele positie gekregen in de toegang en toeleiding via de integrale wijkteams. Met de aanwezigheid van de wijkteams in de wijken en de voor wijkbewoners laagdrempelig toegankelijke medewerkers beogen we problemen vroeg te signaleren en aan te pakken. Met als doel om inwoners zo snel mogelijk weer de regie in eigen handen te geven en we, voor die inwoners waarvoor dat voldoende is, voorkomen dat zwaardere vormen van ondersteuning nodig zijn. Hierbij is in 2022, na de hernieuwde openstelling na corona, sterk ingezet op het verbeteren van de netwerkpositie, in de samenwerking met partners en ook in de vindbaarheid voor inwoners.
Daarnaast zijn in veel van de projecten die we hebben opgepakt (zie par 2.1.5.2) vroegsignalering en vroegtijdige interventies centrale thema's in de ontwikkeling van de activiteiten. Zoals bijvoorbeeld bij het bestrijden van eenzaamheid (KomErbij Almelo).
We zijn in 2022 verder gegaan met het versterken van de positie van het jongerenwerk, met extra aandacht voor de overlast en veiligheidsproblemen met name in de binnenstad. Er wordt een steeds nauwere samenwerking gevonden, waardoor jongeren eerder in beeld komen.
Een ander initiatief is de vroegsignalering voor onze meeste kwetsbare inwoners door de integrale ketenaanpak voor maatschappelijke opvang. Binnen deze aanpak werken we direct aan het perspectief van de (dakloze) inwoner en streven we zo snel mogelijk naar een dak boven het hoofd.
- Versterken we het voorliggend veld en Passen we het welzijnsaanbod aan aan de behoeften van inwoners die veel gebruik maken van zorg.
In 2022 zijn de wijkkamers verder uitgebreid. De wijkkamers bieden een alternatief voor de maatwerkvoorziening Ondersteuning Maatschappelijke Deelname, waar we dan ook een afname van het aantal actieve indicaties zien. Ook zien we het gebruik van andere algemene voorzieningen zoals opvoedondersteuning, Taalpunt, maatjesprojecten, vervoers- en boodschappendienst en thuisadministratie toenemen en weten onze medewerkers in de uitvoering, maar ook onafhankelijke cliëntondersteuners (onder de paraplu van Almelo Sociaal) deze algemene voorzieningen beter te vinden.
- Waarderen de inwoners van Almelo de inspanningen van de gemeente om inwoners volledig te laten deelnemen aan de maatschappij met gemiddeld een 6,5.
De voor 2022 gestelde doelstelling van een 6,5 is bijna gehaald: we scoren een 6,4. Overigens is dit wel een cijfer uit 2021, omdat dit cijfer slechts eens per 2 jaar beschikbaar komt. Een mooie score omdat dit rapportcijfer bij de start van het programma slechts een 6,0 was.
Doel 2: In 2022 ontwikkelen 0- tot 23-jarige Almeloërs hun talenten beter op (voor)scholen.
- Verlaten minder leerlingen het onderwijs voortijdig.
Voor Almelo lag het percentage vroegtijdige schoolverlaters in de periode 2020-2021 (latere cijfers zijn niet beschikbaar) op 2,1 % en het landelijk gemiddelde op 1,9%. In het daaraan voorafgaande schooljaar (2018/2019) lag het percentage op 2,4% en het landelijk gemiddelde op 1.7% . Waar de landelijke tendens dus een stijging laat zien, hebben wij in Almelo juist een daling ingezet. Dit zou er op kunnen duiden dat onze extra inspanning effect begint te sorteren.
Deze cijfers lopen echter altijd een jaar achter en wanneer we naar onze eigen meldingen kijken in het afgelopen jaar, dan verwachten we dat het volgende cijfer toch weer een stijging laat zien. Landelijk krijgen wij die signalen ook. Als oorzaak zien we nog steeds duidelijk zichtbare negatieve gevolgen vanuit de Coronaperiode, voor o.a. de mentale gezondheid van jongeren en de opgelopen onderwijsachterstanden. Naast een toename in het aantal meldingen zien we ook een toename in de complexiteit van de problematiek.
- Krijgen meer peuters met een taalachterstand en met een sociaal medische indicatie een taalprogramma (VVE) aangeboden in de voorschool.
Een peuter kan maximaal 1,5 jaar deelnemen aan de VVE. Dit betekent dat deze peuters 4 dagdelen naar de peuteropvang gaan en hier extra (taal) ondersteuning krijgen. Ook ouders worden bij dit speel/leerproces betrokken. Het aantal peuters dat deelneemt aan de VVE fluctueert gedurende het jaar. We gaan daarom uit van een deelname van 250 tot 300 peuters.
In december 2022 namen 300 peuters deel aan de 4 dagdelen VVE per week op de peuteropvang. Dit komt overeen met de streefwaarde die we daarvoor hadden opgenomen in het Programma.
Doel 3: In 2022 komt de gemeente Almelo beter uit met de Rijksmiddelen voor WMO en Jeugd.
Ons doel om beter uit te komen met de rijksmiddelen hebben we ook in 2022 behaald. Dit komt doordat het Rijk en de VNG afspraken hebben gemaakt over financiële compensatie van gemeenten. Dit naar aanleiding van de arbitragezaak over extra middelen jeugdhulp. Het Rijk heeft in 2022 ongeveer 1,3 miljard euro aanvullend beschikbaar gesteld in het gemeentefonds. Almelo heeft daardoor in 2022 circa 7,85 miljoen euro extra ontvangen , met als resultante dat de uitgaven en inkomsten beter in balans waren. Met daarbij de kanttekening dat vanwege de invoering van het woonplaatsbeginsel de uitgaven voor de jeugdzorg verder zijn gestegen.
Doel 4: In 2022 krijgen Almeloërs die hierop zijn aangewezen meer doeltreffende zorg en steun die aansluit bij hun behoeften.
- Krijgen alle huishoudens met verschillende hulpvragen integrale steun.
Waar we in 2021 rapporteerden dat 40% van de huishoudens met domeinoverstijgende hulpvragen integrale steun krijgt, is dat over 2022 gestegen naar 48%. Daarmee is de stijgende lijn ingezet. In de praktijk merken we dat de doorlooptijd van een MPG casuïstiek gemiddeld genomen veel langer is dan de doorlooptijd van een enkelvoudige casuïstiek. Vaak zelfs meerjarig. Dat betekent dat het langer duurt voordat casuïstieken afgesloten kunnen worden en nieuwe casuïstieken integraal opgepakt kunnen worden. De vooraf bedachte ambitie van 100% is daarmee niet realistisch gebleken.
Wat betreft de dienstverlening via de integrale toegang in de wijken is in 2022 de nadruk gelegd op het (weer) vinden van elkaar in de samenwerking, na de impact van corona. De integrale kennis en daarbinnen opereren is de rode draad gebleven. De samenwerking met onze partners is verder versterkt, door meer aanwezigheid bij onze huisartsen, ketenpartners en contacten met de gecertificeerde instellingen.
- Worden meer inwoners geholpen met alternatieve oplossingen.
Waar we over 2021 rapporteerden dat 22% van de hulpvragende inwoners geholpen is met een alternatieve oplossing is dat over 2022 26%. Hiermee zitten we nog niet op ons gestelde streefpercentage van 30%, maar zijn we wel op de goede weg.